Kampvuurreglement

Kampvuurreglement

Voor de gebruikers van het “Trappershonk” van de Stichting scoutinggebouw “Het Trappershonk”.

Artikel 1: Melding kampvuur

Bij aanvang van de huurperiode moet aangegeven worden of er kampvuur gestookt gaat worden.

Direct voor het ontsteken van het kampvuur moet dit door de huurder gemeld worden aan de regionale meldkamer (tel: 0320-276989) van de brandweer en ook direct na het beëindigen van het kampvuur.

Het stookadres is de Gildepenningdreef 1 te Dronten.

Artikel 2: Stookplaats

Er mag alleen in de kampvuurkuil, in de ijzeren ring in het midden een kampvuur worden begonnen. In de betonnen pijpen in de kampvuurkuil mogen kleine kookvuren gemaakt worden.  Het is ten strengste verboden ergens anders op het terrein een kampvuur te houden. Hieronder vallen ook houtskool-barbecues, vuurkorven, fakkels en andere vormen van (open) vuur.

Artikel 3: Voorzorgsmaatregelen

Tijdens het stoken moeten steeds twee personen, waarvan één meerderjarig, bij het vuur aanwezig zijn tot het vuur geheel gedoofd is en de resten met het deksel zijn afgedekt. De personen moeten beschikken over een schop en voldoende blusmiddelen om zo nodig het vuur te doven of te temperen. De verhuurder stelt hiervoor een brandblusser ter beschikking, die bij eventueel gebruik zullen worden hervult op kosten van de huurder.

Artikel 4: Ontsteking kampvuur

Lid 1: Het kampvuur mag niet ontstoken worden bij fase 2 van het natuurbrandrisico. Zie https://www.natuurbrandrisico.nl/ voor de actuele situatie;

Lid 2: Het vuur mag niet worden ontstoken bij windkracht 6 of meer;

Lid 3: Het aansteken van de brandstapel mag niet geschieden met toepassing van licht ontvlambare vloeistoffen zoals benzine, spiritus of petroleum e.d.

Artikel 5: Stookmateriaal

Er mag alléén zelf meegenomen (schoon) openhaard hout worden gestookt. Het is niet toegestaan om te sprokkelen in het bos of om hout van de Flevo-scouts op te stoken. Het is verboden schadelijke (afval)stoffen te verbranden, waaronder benzine, spiritus, petroleum, rubber, plastic e.d., alsmede behandelde of geverfde houtsoorten.

Artikel 6: Vuurhoogte

De vuurhoogte mag maximaal 1 meter bedragen, gemeten vanaf de onderkant van de vuurplaats.

Artikel 7: Rook overlast

Er dient zodanig te worden gestookt dat er geen vliegvuur of hinder ten gevolge van rook kan ontstaan. Bij hinder aan derden of het verkeer moet het stoken op eerste aanwijzing van de contactpersoon en/of de bevoegde overheidsdiensten worden gestaakt.

Artikel 8: Afronden kampvuur

Na afloop van het kampvuur mag het vuur niet geblust worden of gedoofd worden met zand/klei. Het kampvuur uitlaten branden en als er geen vlammen meer zijn afdekken met het deksel. Hierdoor ontstaat beduidend minder afval.

Artikel 9: Asresten

Als alles afgekoeld is moet de as worden opgeschept en in vuilniszakken worden gedaan. De onverbrande delen hout in het kampvuur niet bij de asresten verzamelen maar apart in een zak doen. De huurder plaatst deze zakken op door de verhuurder daartoe aangewezen locatie.

Artikel 10: Bevoegde instanties

Alle bevelen en/of aanwijzingen gegeven door of namens de chef Basiseenheid Dronten van de Regiopolitie Flevoland te Dronten en/of (Commandant van) de Brandweer Dronten dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

Artikel 11: Gevolgen bij het niet nakomen van deze voorschriften

Degene die een kampvuur ontsteekt en één of meerdere van bovenstaande voorschriften niet nakomt zal door de verhuurder hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen die voortkomen uit het niet nakomen van deze voorschriften. Het bestuur van de verhuurder of diens vertegenwoordiger kan de persoon of organisatie die de voorschriften niet nakomt per direct verwijderen van het terrein, dit zonder restitutie van de huursom.